Opvoeden in een miniwereld

Februari 2017 – We voeden onze kinderen op met het idee dat zij de burgers van de toekomst zijn. Als je de actualiteit volgt, vraag je je af wat dat moet inhouden. De manier waarop politici in het binnen- en buitenland zich opstellen zijn niet echt een voorbeeld van luisteren naar elkaar, begrip hebben voor elkaars standpunt en samenwerking ondanks verschillen van inzicht. Integendeel. Onze eigen wetgever legt de kinderopvang en het onderwijs regels op voor het stimuleren van de sociale vaardigheden van de kinderen en het democratisch burgerschap. Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar welk voorbeeld geeft de politiek zelf?

Lastige tijden voor opvoeders. Je wilt je kind weerbaar maken, maar ook meegeven dat de wereld niet alleen om hem draait. In die zin is een gezin een micro-wereld waarin kinderen leren omgaan met macht (van de ouders), eigenbelang (aandacht en je zin willen krijgen) en samenwerking (dan is het thuis gezellig). Als ouders geef je ze liefde en erkenning, zorg je dat de onderlinge relaties tussen de kinderen goed zijn en leg je uit wat jouw normen en waarden zijn.

Een groep in het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal of de buitenschoolse opvang is in mijn ogen ook een miniwereld. Een oefenplaats voor mini-burgers. Wij geven de kinderen een emotioneel veilige basis, want dat zorgt voor een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen. Vanuit dat zelfvertrouwen kunnen ze zich verantwoordelijk (gaan) voelen voor anderen. Vanaf hun tweede jaar beginnen ze dit al een beetje te begrijpen. Wij leren ze dat iedereen mag meedoen, dat je samen verantwoordelijk bent voor elkaar en dat het belangrijk is om conflicten op te lossen door de ander wat te gunnen en door met elkaar te praten.

De wereld is complex en er gebeuren veel onrechtvaardige dingen. Kinderen moeten daarin hun weg vinden. Daarom is het belangrijk dat ze ervaren hoe het is om je veilig en welkom te voelen. En om met het gevoel op te groeien dat je zelf een positieve bijdrage aan het grotere geheel kunt leveren.